Sfeer


Dit kortverhaal is een dialoog tussen twee mensen op een bankje (en werd bewust geschreven voor een wedstrijd, maar won niet)

Lente

Setting

Een vrouw van rond de 50 (A) zit alleen op de hoek van een bank in een park. Ze komt hier dagelijks. Altijd zit ze alleen. Maar het is mooi vroeg lenteweer en een boekhouder (B) van een naburig kantoor zoekt een plekje om zijn boterhammen op te eten. Hij vindt geen andere plek.

Dialoog

B: Stoort het niet?

A: Zacht houten glooiing in lentegroen nodigt uit...

B: Ik neem aan dat het niet stoort?

A: Koester het warme, jonge zonlicht...

B: Ja, mooi weer hé? Ideaal om mijn boterhammetjes op een bankje in het park op te eten! Even weg van de desk.

A: Prozaïsch sneetje kruimelt granen tussen zonnestralen

In houtspleten likt eerste kriebelding restjes...

B: Zucht luid en boterhammenpapier ritselt

Komt u hier vaak?

A: Hoekje hout in gefilterd zonlicht is dagelijkse inspiratie

In lente glijden vogels fris door helder water...

B: Tsja, 't is hier ook mooi, zo vlak bij de oude rivierarm.

A: Glinsterwater onder stralend blauw

nodigt baltsende liefde, speels ernstig...

B: Futen? (knabbelend)

A: Snel door stromend water klievend,

Onder, boven dansend in passie verstrengeld.

Dichter, warmer ingehouden spanning

Naar bestijgende explosie...

B: Hmm, waarlijk, de lente is een fantastisch seizoen

A: Slanke, schichtige poten trappelen

Gewei innig verstrengeld in strijd

Onzichtbaar, hoorbaar in jong groen.

Voorbode van nieuw leven.

B: Tiens, ik wist niet dat dit gebied zo rijk is. Herten in het park, dat had ik nooit gedacht. Zo dicht bij een bedrijvencentrum is dat verwonderlijk. Alhoewel, geen bewoning dus waarschijnlijk rustiger dan een woonwijk.

Zucht ontspannen.

Het is hier echt prachtig. Lentebloemen, zoveel kleuren en de bijen die af en aan vliegen... Eigenlijk heb ik nooit goed rondgekeken.

Da....

A: Dank u.

B: Dank u? Waarvoor? Euh, dat wou ik juist zeggen. Uw mooie woorden deden mij rondkijken, voor het eerst. Gewoonlijk knabbel ik gewoon terwijl mijn hoofd bij het werk en de baas blijft.

A: Neen, dank U. Uw tussenkomst inspireerde een gedicht en dat is een zeldzame interactie.

B: Oh... (pauze) Een gedicht?

A: Niet opgevallen? (lacht) - declamerend:

Zachte houten glooiing in lentegroen nodigt uit

Koester het warme, jonge zonlicht

Prozaïsch sneetje kruimelt granen tussen zonlicht

In houtspleten likt eerste kriebelding restjes

Hoekje hout in gefilterd zonlicht is dagelijkse inspiratie

In lente glijden vogels fris door helder water

Glinsterwater onder stralend blauw

nodigt baltsende liefde, speels ernstig

Snel door stromend water klievend,

Onder, boven dansend in passie verstrengeld.

Dichter, warmer ingehouden spanning

Naar bestijgende explosie

Slanke, schichtige poten trappelen

Gewei innig verstrengeld in strijd

Onzichtbaar, hoorbaar in jong groen.

Voorbode van nieuw leven.

B: Mooi! Eigenlijk kom ik hier alleen voor lunch, maar ik zou eens dringend op ontdekking moeten gaan. Als dit gebied dergelijke gedichten kan oproepen... en dan nog zo spontaan bedacht. Schitterend.

A: Dank u! Maar ach, ik schrijf al jaren en 't is niet moeilijk hoor. Gewoon goed kijken en luisteren. Alles wat op je afkomt binnen laten en langs je hart laten glijden.

B: Heb ik, eerlijk gezegd, bewondering voor. Ik ben boekhouder, werk met cijfers en eigenlijk ontgaat veel schoonheid mij.

A: Het is gewoon een kwestie van kijken, voelen, horen en de juiste woorden vinden. Ook jij hebt poëzie in je hart en hoofd. Probeer maar....

B: Euh...hmmm...

Geurend zoemend wiegen bloemhoofdjes tussen gras

Kleuren lonken bi-colore honingzoekers

Poederend rondsnorrend

Toekomst strooiend.

A: (applaudisserend) Ja, ja Waauw... zie je wel: er huist ook een poëet in jou!

Fantastisch, je heb een mooie kop.

B: Echt? Merci! Ja, u ook. Ik vind u prachtig, rijk, verrijkend.

A: Laat de u maar, dat is voor mijn moeder... en dan nog. Heb jij iemand in je leven?

B: Neen, geen tijd. Altijd cijfertjes. Teveel werk. Ook 's avonds. En u... euh jij?

A: Neen, moeilijk een passend mens te vinden als je niet zoekt en permanent achter de vlinders in je hart aan gaat....

Stilte

Als de zon achter de wolken verdwijnt wordt het koeler en ik heb geen vestje bij. Misschien ga ik maar beter terug?

B: Eh... ik heb geen kou, neem mijn pull maar.

A: Merci... Hmm ruikt lekker, bloemetjes én is warm.

B: Is ok. Straks moet ik terug werken en daar is het ook warm. Vanavond naar huis met de wagen, dus die pull is niet echt nodig. Kom je morgenmiddag ook langs?. Als je mij een plekje houdt, mag je de sweater wel bijhouden tot dan.

A: Oh, ja is goed. Tof dat je dat ok vindt, de meeste mensen zijn veel wantrouwiger.

B: Hmm, misschien ben ik naïef, maar ik heb een goed gevoel bij jou en ik vertrouw je ook al ken ik je eigenlijk niet.

A: Wat wil je weten? Ik begin: ik ben Blanca, dichteres, levensgenieter en originele chaoot.

B: Aha, ... originele chaoot? Is het daardoor dat je in maart geen pull of vestje bij hebt?...

Wel, ik ben Bart, boekhouder en niet zo originele saaie piet, maar vol dromen en wensen...

A: Dromen moet je nastreven, proberen realiseren. En neen, ik heb niet het gevoel dat je saai bent. In tegendeel. Ik wil je graag beter leren kennen... Hmm, ik heb geen pull of vestje bij, deed waarschijnlijk mijn voordeur weer niet op slot en vergat mijn fototoestel op de keukentafel... een originele chaoot dus, echt. Maar ik zou er niets aan willen veranderen. Het maakt het leven boeiend

B: Dromen nastreven, realiseren? Klinkt mooi. Maar je moet durven en zoveel lef heb ik niet. Zekerheid... een veiligheid en tsja dan ontbreekt de tijd. Er moet teveel.

A: Tijd moet je maken. Keuzes: wat is belangrijk, wat niet. Begrijp mij niet verkeerd: ik heb bewondering voor wie elke dag naar een boekhouderskantoor gaat om te werken. Zekerheid, dat ken ik niet. Ik leef en volg mijn hart en soms is dat hard. Maar het is ook mooi.

B: Zou ik ook willen. Maar ik weet niet hoe. Ergens zit ik vast.

A: Je hebt al een goede start genomen: vandaag bedacht je je eerste gedicht. Je keek naar de schoonheid in het park en nam de tijd voor een babbel met een volledige vreemde. Dat is het begin van loslaten. Maar wat zijn je dromen eigenlijk?

B: Reizen, genieten, vrij zijn. Ja dat vooral: vrijheid proeven, niet moeten, niet opgejaagd worden en gewoon mogen zijn.

A: Tall glass of water... Je vraagt, droomt niet weinig. Dat wordt hard werken (lacht). Maar weet, hier op het bankje naast mij zal je nooit opgejaagd worden, niets moeten en mag je gewoon jezelf zijn. Echt: een bankje vrijheid, onder een boom die zachte zonnestralen filtert. Soms moet het niet meer zijn. En heel belangrijk vrijheid zit tussen de oren!

B: Tussen de oren?

A: In je hoofd ben je zo vrij als je zelf wil. Gedachten mogen dat: genieten van totale vrijheid en onbeperkt ongehinderd en niet gejaagd dwalen.

B: Fantastisch. Zo bekeek ik het nooit. In je hoofd kan je vrij zijn en genieten van de zon en de schoonheid terwijl je cijfertjes voor je baas in de juiste kolom pent. (grinnikt)

A: Waarom lach je?

B: Oh, een gedachten-vrijheidje...

A: Je weet het hé: een vrij bankje. Zeg op!

B: Mijn vrije brein dacht jou zonder mijn pull... en nog veel vrijer... zonder bloesje, misschien... of nog vrijer, eventueel.

A: Hmm, en jij noemt jezelf een saaie piet? Dat bedenk ik wel even anders. Maar goed lente hé. Mijn brein ziet je ook wel zonder dat dasje en klassieke hemdje, hé.

B: Gaan we dit echt doen. Meen je dit?

A: Futen baltsen een tiental dagen en leven gemiddeld 14 jaar... Lente wil ook wat en ik denk dat wij iets meer tijd hebben, niet?

B: De das dan vandaag.... en jij het bovenste knopje?

A: Goed.. Bij deze (lacht)

B: Vrijheid in het hoofd is prachtig: dit beeld neem ik mee naar mijn boekhouding! (knoopt das los en staat op). Tot morgen, schoonheid.

A: Tot morgen, prins met de witte pull!

© 2021- 2024  Ainat - Tania | Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin